Bescherming

Progressief wonderlijk herstel van pols na val

We laten François zelf aan het woord:

“Op woensdag 5 december deed ik een verkeerde stap toen ik in de richting van de zetel ging. 

Ik verloor mijn evenwicht en viel (gelukkig!) op de zetel met mijn volle lichaamsgewicht op mijn pols die op dat moment een verkeerde draaibeweging maakte. 

Mijn vrouw Rita en ik hoorden een afschuwelijk krakend geluid toen ik neerkwam. We verschoten enorm en onze blikken naar elkaar lieten het ergste vermoeden. De pijn was niet te harden maar ik vroeg direct aan Rita om de handen op te leggen en te bidden. 

Na enkele minuten was ik van het ergste bekomen. Toch verwachtte ik een forse zwelling. Ik dacht dat ik toch naar de spoed zou moeten gaan in het dichtstbijzijnde ziekenhuis. De pijn bleef maar de zwelling bleef uit en ik besloot thuis af te wachten. Voor het slapen gaan vroeg ik Rita nogmaals om de handen op te leggen en te bidden.

’s Nachts voelde ik dat ze nogmaals haar handen op mijn pols legde. Ook de volgende dag legde ze nog driemaal de handen op en baden we samen. De pijn werd steeds minder erg en na vier dagen was de pols terug perfect normaal. God zorgde hier duidelijk voor genezing. 

Dit is waarvoor genezingsscholen en preken dienen.  En daar moet je geen tien jaar voor bekeerd zijn, je moet alleen vertrouwen op jouw God en volharden.”

Dreigend miskraam wordt door gebed een wolk van een baby

Ook dit getuigenis kregen we van Rita D.:

Mijn schoondochter Jessie was in 2017 al zwanger geweest van een tweeling maar deze zwangerschap was geëindigd met een miskraam.

In januari 2018 bleek ze opnieuw zwanger te zijn. Bij de eerste echografie bleek er echter een bloedklonter aanwezig te zijn in de baarmoeder die meegroeide met de zwangerschap. Die bloedklonter was 4 cm lang en 0,5 cm dik.

We hebben haar in de kerk in de gebedsdoos gestopt en François en ikzelf hebben ervoor gebeden. Er is ook door verschillende personen voor gebeden tijdens de vastendagen in januari 2018 en in  de bijbelstudiegroep van Antonio.

Tijdens het controleonderzoek van 20 februari ging de gynaecoloog kijken of ze het kindje kon blijven houden of niet…maar die vraag bleek overbodig want de bloedklonter was gewoon verdwenen! De gynaecologe kon het niet geloven maar onze God had ingegrepen. Dat was goed nieuws, daar wordt je zo blij van!! Bloedklonter verdwenen, ons kleine wondertje was toen 5, 65cm en 12w2d. HALLELUJA!!

Op 2 maart hoorden we dat mijn eerste kleinkind een jongen zou worden. Hoera, boy on the way! Ferne is geboren op 22 augustus 2018 om 00u40, een kanjer van een jongen, gezond en wel. Hij woog 3,190kg en was 48cm groot.

 

Mijn gebed hiervoor was gebaseerd op:

PSALM 138:3: “Toen ik U aanriep, hebt U geantwoord, mij bemoedigd en gesterkt.” en

PSALM 32:10: “Wie op Hem vertrouwen, omringt Hij met liefde.”

Dank U Vader voor Uw herstel en mijn gezonde kleinzoon!

En nog een getuigenis bij de tandarts

Van Jos kregen we volgend getuigenis doorgestuurd:

“Ik had vier implantaten in de bovenkaak gepland… Na een behoorlijke voorbereiding, o.a. bestaande uit het innemen van antibiotica de avond ervoor EN meerdere malen Psalm 23, ging de kaakchirurge aan de slag. Een grondige verdoving en het boren ging van start. De bedoeling was vier maal een stevige voet inschroeven in het bot van het bovenkaakbeen.

De eerste twee gingen vanzelf maar bij de derde en de vierde werd het een beetje op ’t randje.

Daar moest voorzichtig doorgeboord worden tot op de bodem van de sinus en daar werkt verdoving niet zo goed. Het werd op ’t randje vrij pijnlijk maar ik beet moedig door. De bodem van de sinus was echter niet sterk genoeg. Dat hadden de tandartsen wel goed voorzien en er werd een speciale basis ingebracht waar in de toekomst bot moet ingroeien. Dan nog het inschroeven van de twee voeten die ik letterlijk tot op de bodem van de sinus voelde doorkomen. Geen perforatie van het slijmvlies… een meesterwerk. Tijdens die bewerking bemerkte de chirurge dat ik aan een nog juist naast de achterste stift bestaande kies een behoorlijk abces had zodat die tand ook nog moest worden verwijderd. Die had inderdaad in het verleden al enkele keren lichte pijn gegeven dus dat was meteen ook in orde.

Nadien dicht hechten en spoelen. Het had stevig gebloed maar daar merk je niet veel van. Het geheel duurde wel vol drie uren…

De chirurge was zo blij over het uiteindelijke resultaat dat ze als een overwinnaar van ’n wielerklassieker de beide armen in de lucht stak en het uitjuichte. Ik vond ook dat de stiften er loodrecht en prachtig parallel instonden… een schitterend resultaat.

Het grappige is dat ze daarbij een schroefsleutel gebruiken, zoals in een garage, wanneer men de bouten bij ’n bandenwissel vastschroeft… Men noemt dat ’n ‘rack in jack’-systeem, waarbij de hefboom grijpt bij het inschroeven, maar losjes terug ratelt bij de terug beweging… ik moest heimelijk lachen!

Nu zijn we ’n viertal dagen verder. Mijn wangen, die aanvankelijk behoorlijk gezwollen waren en blauw verkleurden, zijn praktisch weer volledig ontzwollen. Ik heb vandaag lichtjes wat meer pijn omdat ik geen pijnstillers meer neem maar ik mocht vanaf de eerste dag weer trainen en ik heb zojuist 50 km achter de rug aan ’n gemiddelde van 32 km/uur…

Die Psalm 23 toch, hé… Ik aanzie dit niet als ’n wonder want die mensen zijn bekwaam maar er had wel één en ander kunnen mislopen, waardoor de ingreep had moeten worden afgebroken, zoals een perforatie van de sinusbodem, of er had een voet scheef kunnen staan, maar, neen hoor: alles perfect.

We hebben een God die ons graag ziet…”

Vaderhartscholen hebben spectaculaire invloed op behandeling bij de tandarts

In juni kregen we van Monique v.N. volgend getuigenis doorgestuurd:

Ik was net bij de tandarts voor een kroon behandeling. Vorig jaar ging dat niet goed. De tandarts prikte toen zeker 10 keer naast de zenuw waardoor ik helemaal gestresseerd was en flauwviel (mede door mijn lage bloeddruk) in de tandartsstoel. We hebben die dag de behandeling niet afgemaakt en ik ben stoned naar huis gereden.

De keer erna had hij zijn vrouw, die ook tandarts is, erbij gevraagd. Zij kon blijkbaar beter prikken en zenuwen vinden. De zenuw werd sneller gevonden maar ook die keer ging ik weer onderuit.

Mogelijk reageerde ik ook op de soort medicatie dus die hadden ze deze keer al aangepast maar zelfs dat had niet geholpen. Maar deze keer maakten we na het flauwvallen de behandeling wel af. Deze keer was ook mijn man al meegekomen zodat ik na de behandeling niet zelf 20 km naar huis hoefde te rijden. Uiteindelijk ging ik dus een jaar geleden na veel gedoe met een mooie kroon in mijn mond naar huis.

Op de Vaderhartschool A in Vaalbeek in november jl. brak er weer een kies. Toen heb ik ook vanwege mijn angst rond de laatste kroonbehandeling een nieuwe afspraak bij de tandarts nog even uitgesteld maar een paar weken geleden brak die kies nog verder af.

Ik had vandaag de eerste behandeling voor deze nieuwe kroon gepland. Inmiddels ben ik zelf wel twee Vaderhartscholen rijker. Vorige week zat ik namelijk weer in Vaalbeek, dit keer voor de B school. Deze twee weken hebben me zodanig veranderd (mijn kijk op God als Vader en op ons als zonen van Hem) waardoor ik het nu als een mooie bevestiging van God zou ervaren als ik Hem tijdens de behandeling echt op zou merken… Alle andere keren bad ik natuurlijk ook, maar nu vroeg ik Hem om te tonen aan mij dat Hij er ook echt zou zijn voor mij.

Hier volgt wat er nu gebeurde. De tandarts prikte maar 1 x en schoot meteen in de goede zenuw en vlot daarna kon de behandeling beginnen. En ik was niet flauwgevallen!
Ondertussen ging het gesprek tussen de tandarts en mijn (weer opnieuw) meegereden man over reanimeren ed. Niet echt een geweldig gesprek als je weet dat de vrouw in de stoel helemaal niet tegen dat soort praat kan maar mijn mond zat vol met tandartsspullen zodat ik niet echt iets kon zeggen.
Ik bad dus maar dat het op zou houden, maar merkte ook dat het me niet zo’n naar gevoel gaf dan dat ik meestal gewend was bij dat soort gesprekken.

Ondertussen merkte ik ook de Vader op. Ja, ja, ik lag op Hem in de stoel met mijn rug op Zijn buik. En Hij kietelde mij. Ik was een kind. ZIJN KIND!
Wat een feestje! Hij trok mij erdoor. Ik had ook geen enkel moment pijn of andere nare ervaringen meer.

Zelfs de tandarts merkte het op. Aan het einde van mijn behandeling zei hij tegen mij: “Dat hebben we met z’n tweetjes goed gedaan!”.
Dat over met z’n tweetjes heb ik natuurlijk weer gecorrigeerd zodra alle spullen uit mijn mond waren en ik weer kon praten met m’n nog verdoofde lippen.
Ik vertelde dat er mensen voor me baden en dat ik tijdens de behandeling in de hemel geweest was. Ik vertelde hem over een Vader in de Hemel, dat kan wel in het katholieke Brabant. Hij zei me dat het er voor hem niet toe deed waarin je geloofde.
Dat was voor mij een beetje teleurstellend maar ik vermoed dat we mogelijk een volgende keer nog wel verder kunnen praten over deze zaken.

Voor mij is het belangrijkste gebeurd: ik heb met mijn Vader al giechelend deze behandeling ondergaan. Ik heb geleerd weer Zijn kind te zijn en het allemaal van Hem te verwachten en te ontvangen!

De impact van deze twee scholen hoeft voor mij dus geen verder betoog: ze zijn aan iedereen aan te bevelen! Zo’n tastbare relatie wil onze hemelse Vader met ons. Halleluja!

Wonderlijke afloop van hersenbloeding op jonge leeftijd

Ela, 51 jaar jong, doet zelf haar verhaal:
“Op 21 april 2017 deed ik een hersenbloeding t.h.v. de hersenstam. (een heel belangrijk gebied in de hersenen voor heel wat levensbelangrijke functies).
Ik had net vrienden op bezoek die mijn sjaal terug kwamen brengen die ik die ochtend bij hen vergeten was. We dronken samen koffie en plots kreeg ik sterke pijn in mijn nek. Ik voelde het bloed hevig pompen door de bloedvaten in mijn hersenen, het leek wel of mijn hoofd ging exploderen.

Eerst dacht ik dat het een vorm van migraine was maar plots kreeg ik sterke pijn in mijn hals en ruggenwervels en voelde ik mijn benen niet meer. Ik begon te hyperventileren. Ik kroop naar de zetel, legde me neer en riep driemaal op Jezus want ik dacht dat ik dood ging.

Mijn vrienden riepen: “wat moeten we doen: de ambulance bellen, je broer bellen, je naar de spoeddienst brengen…?”. Het is de ambulance geworden want zelf had ik een voorgevoel dat dit een hersenbloeding kon zijn.
Ik heb 4 uur op spoed gelegen vooraleer men een scan van mijn hoofd nam. Omdat ik hevige hoofdpijn had, kreeg ik tussendoor wel pijnstillers. Mijn broer was de hele tijd bij mij.

Ik had het gevoel dat dit slecht zou aflopen want de dokters vonden het blijkbaar geen spoedgeval. Er waren anderen die prioriteit kregen, mijn situatie was in hun ogen niet levensbedreigend genoeg. Ik was dus met mijn broer mijn testament aan het bespreken want ik wist dat bij een hersenbloeding de eerste 2 uren cruciaal waren en ik lag daar al 4 uur zonder enige medische tussenkomst buiten de pijnstillers die helaas niet veel hielpen.

Ik vroeg mijn broer een gebedsvriendin te bellen omdat ik het gevoel had dat hier alleen Jezus kon helpen. Ik zei: “Bel haar a.u.b. op en vraag of ze kunnen beginnen met bidden.”. Mijn broer keek me aan en zei: “maar het is al na 23.00 uur!”. Ik antwoordde: “gewoon doen!”. Op dat moment kwamen ze om een scan van mijn hoofd te maken. Het bleek inderdaad een hersenbloeding te zijn.

Toen kreeg ik ineens veel meer aandacht van de dokters. Ze zeiden dat ik de situatie perfect had beschreven zodat het er heel duidelijk op wees dat het een hersenbloeding was. Ze zeiden ook dat ik 90% kans had om te sterven of gehandicapt te worden en maar 10% om hier goed uit te komen. Ik draaide me meteen naar mijn broer en zei tegen hem: “Ik ga voor die 10%!”. Na 10 minuten kwamen ze al terug naar de spoed box waar ik lag om direct nog een tweede scan te maken aangezien de bloeding groter was dan ze eerst dachten.

Om 18.30 uur kwam ik op spoed terecht, om 1.30 uur kwam ik op intensieve waar ze de eerste behandelingen opstartten. Gedurende al die uren was ik rustig. Veel aan God of Jezus heb ik toen niet gedacht want ik had veel pijn maar God was erbij.
De ochtend daarna hebben ze een angiografie genomen met contrastvloeistof . De dokter die dit onderzoek uitvoerde, keek iets later naar mij, schoot in de lach en zei:
“Maar gij hebt geluk gehad!”. Dat heb ik geen twee keer moeten horen maar elke dokter of assistent die aan mijn bed kwam, zei hetzelfde.

Ik ben nooit bewusteloos geweest noch heb ik uitval van mijn lichaamsdelen gehad noch uitval van mijn zicht. Nu zijn we 2 maanden verder. Ik heb dit overleefd dank zij Jezus. Ik zit niet in een rolstoel dank zij Jezus. Ik heb geen spraakstoornissen noch uitval van mijn gehoor of zicht dank zij Jezus en de gebeden van al mijn geweldig lieve broers en zussen!!

Sinds de bloeding geniet ik nog meer van elke dag. Ik ben dankbaar er nog te mogen zijn in deze moeilijke maar bijzondere tijd waarin wij leven.
God is bijzonder, ik heb Hem in nood enkel kort kunnen aanroepen en Hij greep in!

Vandaag moest ik terug naar het ziekenhuis voor een angiografie. De dokters zochten naar een mogelijke oorzaak van de bloeding en wilden ook controleren om te zien of er nog een gevaar was voor een nieuwe bloeding. Deze avond kwam de dokter het resultaat met mij bespreken.
Ik behoor hier weer bij de minder dan 10% van de patiënten waar totaal niets te zien was buiten een gezond stel bloedvaten in de hersenen. Ik moest mij geen zorgen meer maken en mocht het normale leven opnieuw hervatten. Ik moet zelfs niet meer op controle. Ik word stil als ik hoor van mensen die een hersenbloeding hebben gehad en die getekend zijn voor hun leven en ik dank God dat alles zo goed gekomen is bij mij!

En dan heb ik nog een andere reden voor diepe dankbaarheid: gedurende de eerst 2,5 maanden had ik enorm veel pijn over de hele lengte van mijn rug. Het deed zo erg pijn dat ik soms door mijn benen zakte en om recht te komen schreeuwde ik letterlijk van de pijn. De dokters gingen hier eerst niet op in maar toen ik terug thuis was en de pijn bleef aanhouden, kreeg ik uiteindelijk toch een afspraak met een specialist en kwam er een onderzoek. Iets daarvoor had ik nog met Ann gebeld en die had nogmaals gebeden voor dit probleem. Die dag kon ik bijna niet lopen van de pijn maar uit het onderzoek kwam niks uit…Een paar dagen erna ben ik opgestaan zonder pijn en dit is zo gebleven! God is goed!!!

Bovennatuurlijke bescherming en uitredding bij geperforeerde appendicitis

Jonathan en Jiska vertellen ons samen hun verhaal:

Jonathan: “September 2016, een paar maanden voor de geboorte van Raphaël, presteerde ik op een dag tijdens het basketbal naar eigen mening ondermaats. Ik koerste die avond nog een goede 27 km naar huis en dacht dat ik iets griepachtig onder de lendenen had. Ik had een enkele keer eerder in de week een lichte steek in m’n onderbuik gevoeld en deze pijn bestraft. Hopelijk zou voldoende nachtrust de boel wat bedaren. Rond middernacht ging ik rechtop zitten na een goed uur hoge koorts boven de 40 graden en voelde een diepe overtuiging: “het is mijn blindedarm”.

Onzeker over de implicaties hiervan probeerde ik deze openbaring weg te wimpelen door redenatie, al kon dit redeneren de gedachte niet verdringen. Jiska stelde voor, na samen de oorzaak bestraft te hebben, om de volgende ochtend toch maar even langs de huisarts te gaan. Toen in de ochtend de grieperigheid nog niet verdwenen was, besloot ik, na nogmaals aandringen van Jiska, om toch maar langs de huisarts te gaan, al was het maar voor een briefje voor die dag.

Die onderzocht me en hoewel het onwaarschijnlijk leek dat het om een appendicitis ging, adviseerde hij me om een echografie van de onderbuik te laten maken om een appendicitis uit te sluiten. Eenmaal thuis besloot ik dat een bezoekje aan de radioloog op een rustig dagje geen slecht idee kon zijn. Ik fietste dus vrolijk naar de radioloog en die legde uit hoe op het scherm de grote witte zwelling mijn appendix was, terwijl de grote zwarte vlek errond duidde op een reeds gesprongen appendix. Op de vraag of dat niet levensgevaarlijk was, legde de radioloog uit dat de infectie ingekapseld was (voor onbepaalde tijd) waardoor de symptomen meevielen. Deze situatie kan levensbedreigend zijn wanneer de infectie vanuit de inkapseling toch in de buikholte terecht zou komen.

De radioloog verwees me naar het ziekenhuis. Ik fietste naar het ziekenhuis dat het dichtst bij ons thuis was om het allemaal wat makkelijker te maken voor Jiska, die er dan alleen voorstond met Chloë en hoogzwanger was van Raphaël. In dat ziekenhuis was er echter geen spoedgevallen en ze verwezen me terug door naar de Leopoldstraat, waar ik net vandaan kwam. Ik fietste eerst langs huis om m’n computer en een paar spullen op te halen en fietste dan terug naar de Leopoldstraat, waar ik werd opgenomen. Hoewel het fietsen nog redelijk ging, speelde de geperforeerde appendix toch wat meer op bij drempels in het wegdek, na al dat geprik en geduw van de radioloog.

Direct na de uitslag van de radioloog had ik de school van Jiska op de hoogte gebracht. Jiska had vrijwel direct gebeld naar het ziekenhuis, maar die hadden nog niemand met een gesprongen appendix zien binnenkomen. Uiteindelijk was Jiska slechts enkele minuten na mij in het ziekenhuis.”

Jiska: “In de loop van de namiddag kreeg ik van de schoolsecretaresse het bericht dat Jonathan op de fiets naar het ziekenhuis was omdat hij een gesprongen blindedarm zou hebben. Een beetje beteuterd ben ik verder les gaan geven en heb ik met de kinderen gezondheid en leven uitgesproken over Jonathan. Van mijn meelevende directeur mocht ik eerder vertrekken om naar Jonathan te gaan. Voor ik kon vertrekken moest ik nog opvang regelen voor Chloë en ik moest erachter komen waar Jonathan nu was. Ondertussen had ik ook al gehoord dat zijn blindedarminfectie waarschijnlijk ingekapseld zat. Maar een heleboel wist ik niet.

Na telefonisch contact met de spoeddienst van het Sint Maarten ziekenhuis bleek Jonathan daar nog niet gezien te zijn. Ze hadden nog niet over een patiënt met gesprongen blindedarm gehoord. Het was ondertussen toch al minstens een uur geleden dat Jonathan naar het ziekenhuis zou vertrekken…? Waar was Jonathan? Waarom was hij nog niet in het ziekenhuis? Was het wel gelukt om dat stuk te fietsen? Was het wel slim om te fietsen met een gesprongen blindedarm? Een heleboel vragen gingen door mijn hoofd, maar op wonderlijke wijze wist ik kalm te blijven.”

Jonathan: “In het ziekenhuis kreeg ik 5 dagen intraveneus antibiotica toegediend maar die konden de ingekapselde ettercollectie in mijn buik niet bereiken. Er waren dan twee opties: een punctie doen van de ettercollectie en zo proberen de etter te verwijderen of opereren…maar dat zou een grote ingreep worden met een snede vanaf de borst, tot onderin de buik. De ene radioloog wou die punctie niet doen. Als de andere ook zou weigeren, zou het wel eens een grote operatie kunnen worden…

Tot op dat moment had ik eerder genoten van minimale symptomen en een licht vakantiegevoel maar nu werd ik toch geraakt door een gevoel van onrust. Deze onrust werd gekeerd na gebed samen met Jiska en een vriendin uit Mechelen, en het openen van Gods Woord met Zijn beloften, iets later op de avond (o.a. Psalm 23). Ik herpakte me en bestrafte de onrust, sprak leven uit over de situatie en beval in het bovennatuurlijke dat de dokters de volgende ochtend een punctie zouden doen “en dat Hij het anders zelf wel zou doen”. Zonder verder bericht werd ik na een ontspannen, redelijk onbezorgde ochtend rond 11 uur naar de afdeling radiologie gereden waar een vriendelijke, zelfverzekerde radioloog na wat opwarming met een harde mep een 15 cm lange naald in mijn abdomen liet afdalen. De uren hierna kwam er een paar honderd ml aan pus uit het abces gelopen, waarbij de koorts, die tot dan toe lichtjes had aangehouden, vrijwel direct verdween.

Vervolgens kreeg ik nog een weekje antibiotica toegediend. Uiteindelijk mocht ik het ziekenhuis verlaten zonder ingreep! Het duurde nog een tijdje voor m’n darmen weer op orde waren (het grote abces had aardig wat organen tijdelijk verplaatst) maar we waren heel blij met een relatief voorspoedige verwerking van m’n gebarsten appendix.”

Jiska: “We zijn dankbaar dat Jonathan geen buikoperatie heeft moeten krijgen en wat was ik blij dat Jonathan zo snel herstelde en vlot terug thuis was. Ik kon zijn hulp goed gebruiken aangezien ik 6 maanden zwanger was en voltijds werkte!”

Psalm 23 (HSV, nadruk van Jonathan)
Een psalm van David.

De HEERE is mijn Herder,
mij ontbreekt niets
Hij doet mij neerliggen in grazige weiden,
Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren.
Hij verkwikt mijn ziel,
Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid,
omwille van Zijn Naam.
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf,
die vertroosten mij.
U maakt voor mij de tafel gereed
voor de ogen van mijn tegenstanders;
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven.
Ik zal in het huis van de HEERE blijven
tot in lengte van dagen.

Als je met Jezus wandelt, komt alles goed!

Tijdens de kerstvakantie mocht Monia met Kobe, een vriend en zijn familie mee naar München. Op oudjaar maakten ze met z’n allen een wandeling in de bergen. Het was al 16.00 uur en het zou spoedig gaan schemeren. Kobe’s vader toonde aan de overkant op een berg een berghut en zei dat Kobe en Monia daar heen mochten stappen terwijl zij met de auto naar de hut zouden rijden. Dus gingen Kobe en Monia op pad … maar wat ze niet wisten was dat ze beiden naar het verkeerde huis hadden gekeken dat aan de top van de berg tegenover hen lag. Omdat ze zagen dat het snel donker werd, stapten ze flink door.

Ze deden een wandeling van 2 uur in een uur en 15 minuten. Ze hadden al een paar keer telefoon gekregen waar ze nu toch bleven …
Uiteindelijk kwamen ze bij een huis aan dat helemaal geen berghut was en realiseerden ze zich dat ze verkeerd zaten. Die berghut was veel lager gelegen!

Ondertussen was het redelijk donker geworden. Als ze te voet naar beneden zouden stappen, zou het een wandeling in het donker door de bossen worden …
Kobe zag iets hoger mensen met een sneeuwmachine werken. Hij besloot daar heen te lopen en hulp te vragen. Om daar te geraken, moest hij een heel eind over een zwarte skipiste steil naar boven klauteren. Monia kon hem niet volgen en bleef met een bang hartje alleen achter. Kobe had de rugzak bij zich met de enige gsm en de handschoenen. Als hij zou vallen, kon Monia hem niet helpen en kon ze niemand verwittigen! Dus begon Monia te bidden voor bescherming …

Kobe kwam veilig aan bij de sneeuwmachine maar de man die erop zat wees heel boos naar het plakkaat dat erop hing: levensgevaar! Er waren al mensen dood gegaan omdat ze op de verkeerde manier te dicht bij de machine gekomen waren.
Kobe riep van boven naar Monia of alles O.K. was maar kon haar antwoord niet horen. Hij vroeg die man om hulp en die raadde hen aan om te voet over de zwarte piste naar beneden te lopen … een wandeling van 15 minuten maar over een hele steile zwarte piste. Dat zag Kobe niet zitten!

Kobe belde met de vriendin van zijn vader die in het Duits aan de man van de sneeuwmachine vroeg of hij hen niet kon begeleiden. Kobe was Monia gaan halen en ze mochten samen instappen. Dat was een superenge rit omdat die machine steil voorover hing op de zwarte piste. Halfweg moesten ze uitstappen en stonden er twee sneeuwscooters klaar. Monia en Kobe mochten beiden achterop gaan zitten en per scooter werden ze veilig naar beneden gebracht. Eind goed na een spannende onderneming … en dank U Jezus voor alle bescherming en uitredding op een bijzondere manier!

Goddelijke bescherming op de weg

Ann en Nadine ontsnapten ternauwernood aan een hele grote vrachtwagen met een even grote oplegger. Op vrijdagochtend reden ze via de binnenweg naar Hugo en Inger. Dit is een enkele baan waar je wel in twee richtingen mag rijden en die aan beide kanten op die plaats hoog oplopende bermen heeft. Ze waren nog maar even van huis weg toen ze aan een bocht oog in oog kwamen met die zware vrachtwagen die bulderend op hen afkwam. De chauffeur ging op zijn rem staan en de vrachtwagen begon te slippen.

Ann probeerde hun wagen zo veel mogelijk naar rechts op de berm te rijden en kwam tot stilstand … het ging razendsnel. Ondertussen roken ze het rubber van de banden van de vrachtwagen die langs de andere kant recht omhoog de berm inreed en gierend en scheef een heel eind voorbij hen tot stilstand kwam … nog een beetje schever en hij had kunnen kantelen. Er was bijna geen ruimte tussen de vrachtwagen en de wagen van Ann en Nadine. Ann schakelde in achteruit en reed voorzichtig naar achter naar de eerstvolgende oprit 100 meter verder om daarop te draaien zodat de vrachtwagen door kon rijden. Toen die tot bij hen gereden was, stapte de chauffeur uit om te vragen of alles goed was … en je kon zelfs daar nog steeds het verbrande rubber ruiken … Ann en Nadine begrepen niet hoe ze hier aan ontkomen waren maar voelden zich enorm beschermd door heel veel engelen…

Een hemelse bemoediging

Van Dora kregen we volgend getuigenis doorgestuurd:

“Onlangs werden wij op het werk geconfronteerd met een bedrijfsherstructurering, met heel wat ongerustheid en spanning tussen het personeel tot gevolg. Toevallig las ik ’s avonds op weg naar huis op de trein mijn eigen getuigenis over de Vaderhartschool van vorig jaar nog eens door. Toen ik bij mijn laatste zin kwam “het is onze hemelse Papa die over ons waakt, die ons beschermt en die mij zegt: vertrouw Mij nu maar, het komt allemaal goed”, vroeg ik mij op dat moment af of dat ook echt zo was en wat ik deed als er moeite op mijn weg kwam. Plots merkte ik dat de treinbegeleider onze wagon was binnen gekomen en hij ijverig alle reizigersbewijzen aan het controleren was.

De schrik sloeg mij om het hart toen ik mij realiseerde dat ik in het weekend van handtas veranderd was en ik daardoor mijn treinabonnement niet bij mij had. Nog heel even en alle mensen rond mij zouden mij gaan aanstaren als een zwartrijder, een situatie die je liever niet meemaakt… Ik bad “Vader, als het echt waar is wat ik daar geschreven heb, dan helpt U mij uit elke situatie, ook deze. Ik vertrouw op Uw hulp!” De kaartjesknipper was ondertussen tot bij mij gekomen. Hij controleerde de twee mensen op de bank naast mij, keek mij dan recht in de ogen, wees naar mij en zei: “u heb ik reeds gezien” en ging gewoon verder zonder ook maar naar mij ticket te vragen… En zo bemoedigde God mij toch weer opnieuw en zegt Hij mij telkens weer: “Blijf maar heel dicht bij Mij, dan komt alles goed.” Ik vind het heel bijzonder, zoals het ook in Psalmen 23,4 staat: God is waarlijk mijn herder, die mijn leven richting geeft, zelfs in moeilijke omstandigheden!”

Belevenissen met God tijdens vakantie

In juni gingen Harry en Suzanne met Eugène en Josée naar Hongarije. Ze hadden een fijne vakantie en zouden in twee dagen terug naar huis rijden. Op het einde van hun vakantie had Suzanne nog gezegd dat ze dit jaar niks speciaals met God had meegemaakt of ervaren. Josée zei daarop dat ze toch overal zonder problemen heen waren gereden en altijd parkeerplaats gekregen hadden en of dit niet genoeg was. Toch wou Suzanne God graag nog eens extra dichtbij ervaren…

Op de terugweg brachten ze een dag door in Passau, op de grens van Oostenrijk en Duitsland. ’s Avonds aten ze nog een heerlijk ijsje op een terras. Plots zagen ze erg donkere wolken afkomen en ze haastten zich naar de auto om naar het hotel te rijden. Ondertussen was de lucht pikzwart geworden. Ze moesten door een stuk bos langs een smalle kronkelende weg en kwamen een tegenligger tegen die knipperde met z’n lichten. Suzanne spoorde Harry aan om kalmer te rijden op deze voor hen onbekende plaats.

Ze reden een bocht om en plots leek het volgens Josée alsof er een monster op hen af kwam. Er lag of hing een hele grote boom over de weg en ze konden niet meer stoppen. Suzanne zag hele dikke takken op hen afkomen – sommige daarvan waren gebroken – en ze was ervan overtuigd dat die door de ruiten naar binnen zouden komen. Josée pakte de hand van Eugène en dacht dat het met hen afgelopen was. Eugène was ervan overtuigd dat ze met deze auto nooit meer thuis zouden geraken.

Er was een hels lawaai maar plots waren ze voorbij de boom. Harry stopte en stapte uit om de auto te inspecteren. Op de gebarsten spiegel van Suzanne en wat krassen aan beide kanten van de wagen na, was de auto in orde en alle inzittenden ongedeerd. Ze waren zeker niet voorbij de kruin gereden want de auto achter hen kon niet meer door. Eugène had de ervaring dat de boom werd opgeheven toen zij lans kwamen en daarna terug neer kwam…Wat er ook gebeurd is, ieder van hen was ervan overtuigd dat ze hier niet ongedeerd uit konden komen en toch was dit precies wat er gebeurd was. Ze waren overduidelijk bijzonder geholpen en beschermd geweest!

Suzanne kreeg zo haar bijzondere ervaring met God en Josée maakte haar erop attent dat ze zulke wensen in de toekomst beter achterwege liet…

 

Op leeuw en adder zult gij treden jonge leeuw en slang zult gij vertrappen. Psalm 91:13

Nathalie en Werner Steurbaut, een koppel uit onze kerk, wonen sedert 2008 in Oeganda.

Daar runnen ze een home voor kinderen waar ondertussen niet minder dan 115 kinderen een veilige plek hebben om op te groeien!

Op 26 oktober waren ze een hapje gaan eten in een restaurant aan het Victoriameer in Entebbe. Ze stapten terug in de auto en Nathalie opende haar venster voor ze wegreed.
Op dat moment viel er een slang in de auto.

Nathalie deed Werner uitstappen en stapte ook zelf uit langs de passagierskant van de wagen. In Oeganda hebben alle restaurants een gewapende bewaker en de bewaker van het restaurant waar Werner en Nathalie gegeten hadden, zag dat er iets mis was en kwam toegelopen. Met zijn jachtgeweer plukte Nathalie de slang uit de auto en met de kolf klopte ze de slang dood. Daarna nam ze een foto van de slang. Nathalie kwam toen ze opgroeide regelmatig in contact met slangen en heeft daar geen schrik van!

Vervolgens reden Nathalie en Werner naar huis. Ze waren nog maar net vertrokken toen Nathalie voelde dat er iets mis was: haar spieren werden stijf en ze kreeg schuim op haar lippen en begon moeilijker te ademen. Op dat moment realiseerde ze zich dat ze was gebeten door die slang…ze had het niet eens gevoeld!

Nathalie keerde de wagen en reed meteen naar het ziekenhuis dat vlak in de buurt lag. Daar aangekomen moest Werner iemand binnen gaan halen…Nathalie kon niet meer stappen en werd steeds benauwder. In haar arm zaten twee gaatjes van de tanden van de slang. Ze toonden de foto en het bleek om een beet van een “green mamba” te gaan, een zeer giftige slang. Antigif was dringend nodig maar niet voorradig in het ziekenhuis.

Ondertussen had Maxim, hun zoon die “toevallig” in de buurt van het restaurant in een cafeetje zat, gehoord van de slangenbeet en was hij naar het ziekenhuis gekomen. Nathalie kon niet meer spreken, ademde zeer moeilijk, voelde zich zwakker worden, kreeg zuurstof en kon niet meer bewegen maar nog wel alles horen. Kalm blijven was nu de boodschap, maar hoe doe je dat als iedereen rondom jou in paniek is en niet weet wat doen…
Maxim bleef praten tegen zijn moeder en herhaalde steeds: jij gaat niet dood, mama, jij gaat niet dood! Hij dacht ondertussen hardop na waar ze nog met slangen te maken hadden en dacht aan de zoo. Maxim kent daar een mevrouw en belde haar op. Zij zat in het theater en zou normaal haar telefoon afgelegd hebben, ware het niet dat ze nog wachtte op een vriendin die ook zou komen. Zij beloofde Maxim de zoo te verwittigen en te zeggen dat hij onderweg was om het antigif op te halen.
Hij sprong op z’n brommer en reed naar de zoo. Daar hadden ze één infuus met antigif liggen maar dat moest meteen betaald worden: 1000 euro.
Maxim beloofde meteen terug te komen met het geld en reed zo snel mogelijk met het antigif naar het ziekenhuis…ze hadden 40 minuten voor het fataal zou kunnen aflopen.
Nathalie kreeg het antigif net op tijd en voelde meteen het effect. Haar spieren ontspanden en ze begon beter te ademen en kon terug spreken en bewegen.

Maxim liep terug naar het restaurant waar alles begonnen was en vertelde daar dat hij meteen 1000 euro nodig had om het antigif te betalen. De eigenaar van het restaurant, een andere Belg en een Italiaans koppel, legden samen en leenden hem het geld zodat hij kon gaan betalen.

Deze giftige slang is een boomslang en komt volgens kenners in die streek helemaal niet voor. Ze leeft enkel in het Noorden in de jungle en zeker niet op een parking waar helemaal geen bomen staan. Er wordt vermoed dat iemand de slang met opzet in de auto heeft geworpen. Begin van die week had Nathalie nog een kindje van het offeraltaar van een heks gered. Kinderoffers komen in Oeganda nog regelmatig voor. Dat betekende een streep door het inkomen van die heks en er waren bedreigingen aan het adres van Nathalie binnengekomen. Dat soort bedreigingen krijgen Nathalie en Werner wel meer te horen door het werk dat ze doen.

De andere vijf injecties die Nathalie nodig had, werden overgevlogen vanuit Zuid-Afrika.
Hoewel de acute symptomen snel weg waren bij het inspuiten van het antigif, bleef Nathalie dagenlang hevige pijn voelen in haar spieren en reageerde ze telkens heel fel bij het inspuiten van het antigif. Ze kreeg dan hoofdpijn, moest braken en voelde zich zo slap als een vaatdoek. Nathalie verbleef 1,5 week in het ziekenhuis maar ze leeft en dit verhaal toont ons weer hoe God op dit alles voorbereid was en alles op wonderlijke wijze coördineerde voor Zijn dochter in Oeganda…aan Hem alle eer!!!

Zou voor de Heer iets te wonderlijk zijn?

Onze Theo is dit jaar 82 geworden. Hij heeft een hele goed conditie en fietst veel met vrienden. Voor hij vertrekt bidt hij telkens Psalm 91 als bescherming voor zichzelf en z’n vrienden. Half mei dit jaar hadden ze weer 88 km gereden.

Op twee kilometer van huis reed hij naast iemand in een gleuf waarin lopende teer stond en kwam hij zwaar ten val. Z’n fiets hing nog vast aan zijn voeten en Theo viel op z’n linker bil. Zijn vrienden maanden hem aan te blijven liggen maar Theo kwam recht en ging te voet naar huis. Hij had niks gebroken – en dat alleen al was een groot wonder na zo’n val – maar z’n hele bil werd wel donkerblauw…daar zat een zware bloeduitstorting. Iemand vertelde hem dadelijk dat er voor hem al twee mensen in die gleuf waren gereden maar zij waren niet gevallen. Theo’s fiets was compleet stuk: hij hing helemaal vol teer, inclusief z’n banden en z’n remmen. Ook zijn kledij was zwaar beschadigd. 

De dag erna ging Theo naar het gemeentehuis om aangifte te doen van het gebeurde zodat er iets kon gedaan worden aan die gleuf en anderen er niet meer zouden vallen. Hij gaf het ongeval ook aan bij z’n familiale verzekering en ging naar de dokter die hem verschillende weken volgde voor het grote hematoom op zijn bil. Heel wat mensen raadden hem aan om een aanklacht in te dienen maar Theo besliste dit niet te doen.

Theo had z’n fiets gekregen als nieuwjaarsgeschenk van z’n dochter en schoonzoon. Hij was weinig gebruikt en Theo had er heel wat aan omgebouwd. De schade aan de fiets werd door een fietsenmaker geraamd op 1500 euro, z’n kapotte kledij (die hij ook gekregen had) op 700 à 800 euro en dan waren er nog de dokterskosten. Er kwam tweemaal een expert van de verzekering maar na een wekenlange briefwisseling kreeg hij uiteindelijk maar 455 euro toegekend. 

Dit frustreerde Theo enorm omdat hij verwachtte een eerlijke vergoeding te krijgen en daar ook voor bad. Bovendien is Theo een trouwe gever in onze kerk en belooft God ons toch dat Hij ons daarvoor rijkelijk zal zegenen. Na weken van strijd liet Theo alles uiteindelijk los bij z’n hemelse Papa. “U bent een rechtvaardige Vader” bad hij, “en ik kan meer willen maar ik krijg het niet en laat het los bij U. Als ik niet meer kan fietsen, dan is dat zo”. Theo voelde dat er op dat moment een zware rugzak van hem af viel. 

Hij probeerde z’n fiets te kuisen met white spirit en sneed z’n banden eraf omdat er geen andere mogelijkheid was maar er was geen opknappen aan. In oktober reed hij met z’n vrienden terug mee met een hele oude fiets. Eén van de mannen zei dat hij thuis nog een goede fiets had staan maar Theo hechtte daar niet veel geloof aan. Bovendien dacht hij dat die man groter was dan hij en de fiets dus niet zijn maat zou zijn. Na de fietstocht ging Theo toch even mee kijken. Tot zijn verbazing was het een hele goede fiets, gemaakt van het beste materiaal, duidelijk meer waard dan zijn eerste fiets en paste hij perfect voor hem. 

Theo vroeg hoeveel die fiets moest kosten en z’n maat zei: “400 euro”. Theo nam hem meteen en is in de wolken over z’n nieuwe fiets die veel beter is dan de vorige en binnen zijn budget lag…hij hield zelfs nog 55 euro over! Vader zorgt voor z’n kinderen, maar niet altijd op de manier die wij bedenken…

Met Zijn vleugelen beschermt Hij u

We laten Jasmijn aan het woord:

“Het was een vrijdagavond. Ik was alleen thuis met mijn drie kinderen Jonas (7j), Bram (6j) en Karalien (13 maanden) en een vriendje van Jonas, Bastian. Wouter, mijn echtgenoot was heel het weekend weg.
Ik was op de eerste verdieping wat aan het opruimen. De vier kinderen waren op het gelijkvloers aan het spelen. Even later komt eerst Bram naar boven om te spelen, een paar minuten later gevolgd door Jonas en Bastian. Ik herinner me dat het door mijn hoofd flitste dat ik Karalien ook maar moest gaan halen. Ze volgt de jongens graag en begint sinds kort trappen op te kruipen… Ik had moeten luisteren naar Papa’s waarschuwing!

Een paar minuten later hoor ik de jongens schreeuwen: ‘KARALIEN VALT!!’. Ik hoor effectief een gerommel op de trap. Ik vlieg door de kamer naar de gang en trap, in mijn haast duw ik de jongens aan de kant die bovenaan de trap staan. Terwijl ik de trap zo snel mogelijk afren, zie ik Karalien onderaan de trap liggen op haar rug, hard huilend. Zonder na te denken raap ik haar op, bid kort in tongen, probeer haar te troosten en te checken op letsels. Van alles flitst door mijn hoofd: ‘oef, ze huilt’, ‘een engel moet haar opgevangen hebben’, ‘ze heeft geen extra pijn als ik haar aanraak’, ‘ik zie geen uitwendig letsel’ … en ondertussen probeer ik ook de jongens gerust te stellen die behoorlijk overstuur en bezorgd zijn… zij zagen haar immers van boven aan de trap naar beneden vallen.

Binnen de paar minuten is Karalien getroost en begint ze terug vrolijk te spelen. Mentaal ben ik gerustgesteld, maar mijn hart gaat nog steeds enorm te keer. Toch besluit ik Ann te bellen voor medisch advies, ten slotte is mijn 13 maanden-oude dochter van een 16 treden houten trap, mét 90 graden bocht (en laag in de bocht de hoekpunt van een stenen vensterbank) gedonderd.

Ann blijkt toch niet zo gerust. Bij zo’n serieuze val kunnen hersenletsels ook na verloop van uren of dagen optreden. Ik moet Karalien ’s nachts serieus in het oog houden, liefst elke twee uur wakker maken om te checken of alles ok is en of ze normaal reageert, maar hoe doe je dat met zo’n klein kind?! Als dat niet het geval is, moet ik met haar naar spoedgevallen. Daar gaat mijn rust…

Natuurlijk zorgt God voor Karalien en bidden we samen voor Karalien en de jongens, maar ja, ik had ook om puur medisch advies gevraagd en dat advies vond ik toch niet echt geruststellend… integendeel!

Ik bel nog even de huisarts en die geeft me hetzelfde advies als Ann. Ik moet nog even alle emoties kwijt, dus bel ik Wouter en daarna mijn mama. Vooral mijn mama is helemaal niet gerust. Ze vraagt me met aandrang iemand van de buren of in het dorp te verwittigen. Stel dat het deze nacht niet goed gaat met Karalien en ik met haar naar het ziekenhuis moet, wat doe ik dan met de drie andere kinderen?! Ik speel met dezelfde gedachten en overloop alle mogelijkheden. Misschien best even de buren gaan verwittigen…. maar dan voel ik duidelijk Gods aanwezigheid: “Alles is
helemaal ok met Karalien. Stel je je vertrouwen in Mij of in anderen?” Ik kies ervoor alle twijfel weg te schuiven, niemand op de hoogte te brengen en op onze Papa te vertrouwen.

Ik installeer mijn matras naast Karaliens bed zodat ik haar deze nacht makkelijker kan observeren. Om half tien maak ik haar voor de eerste keer wakker. Ik neem haar bij mij in bed …. dat had ik beter niet gedaan. Eens ze echt wakker is, begint ze vrolijk te lachen en vindt ze het reuzefijn! Van slapen komt niets meer in huis. Het voordeel? Omstreeks 22u is alle twijfel weg, Karalien reageert duidelijk! Ik was van plan om haar bij mij in bed te nemen, maar als ze na anderhalf uur nog niet terug slaapt, leg ik haar maar terug in haar eigen bed! Ik slaap wel in dezelfde kamer en ik moet toegeven dat ik niet heel rustig heb geslapen.

Ik heb één keer mijn wekker gezet om 02.00 uur en dan kort even gecheckt of ze goed ademde en bewoog als ik haar een duwtje gaf. Dat was in orde. Toen was ik zo moe dat ik gewoon aan Papa vroeg me wakker te maken als er iets was. Ik ben die nacht nog één keer wakker geworden en luisterde toen alleen even naar haar ademhaling, die klonk ok. Voor de rest hebben we geslapen.

De volgende dag vertelde mijn mama dat ook zij omstreeks 22u plots rust kreeg over de situatie!

Toen men Karalien de daaropvolgende dagen zag, was het moeilijk te geloven wat er gebeurd was. De twee kleine rode plekjes op haar hoofd van de val waren de volgende dag al verdwenen. Ze had alleen een klein blauw plekje en een schrammetje op haar dijbeen.

Ik ben er rotsvast van overtuigd dat God zelf engelen heeft gestuurd om Karalien vast te houden tijdens het vallen! Dank U Papa!

Bidden met de buren, mét resultaat!

Carine en Patrick hadden een mooi getuigenis na gebed bij de buren:

“Alessio, een jongetje van twee jaar en het kleinzoontje van onze buurvrouw zat even alleen in de keuken van het restaurant van zijn papa en oma terwijl z’n mama naar boven was.

Jerisa, zijn mama, hoorde lawaai in de keuken. Ze stormde naar beneden en merkte dat haar zoontje spatten ontstopper op zijn kleren en huid had gekregen. Ze rukte de kleren van zijn kleine lijfje en vertrok zo snel mogelijk naar het ziekenhuis van Bonheiden.

Na het toedienen van de eerste zorgen voor zijn opgelopen brandwonden werd Alessio overgebracht naar het UZ van Leuven. Daar spraken de dokters al snel van een huidtransplantatie.
Na twee weken in het ziekenhuis merkten de dokters een kleine verbetering van de grote brandwonde onder zijn linkerarmpje.

Zijn mama vroeg of ze Alessio een weekendje mee naar huis mocht nemen. Ze hield zich aan de afspraak om zeker niet buitenshuis te gaan met hem.
Patrick, Lies en ik mochten die zondagnamiddag op bezoek gaan.
Jerisa zei dat ze hoopte op een gunstige uitspraak van de dokter dat slechts een beperkte transplantatie nodig zou zijn. Alessio stond toen vlak bij mij. Ik raakte hem even aan en sprak eenvoudig een snel herstel uit in Jezus’ naam.

Zondagavond moest Alessio terug naar het ziekenhuis. Maandag vertelde onze buurvrouw aan Patrick dat de specialist had gezegd dat de brandwonden wonder boven wonder goed hersteld waren en dat Alessio naar huis mocht. Een huidtransplantatie zou niet meer nodig zijn!

De vreugde was bijzonder groot bij zijn familie….en het bijzondere is dat onze buurvrouw Jezus hierin erkent!”

Groot kwaadaardig melanoom niet uitgezaaid dankzij gebed

Begin januari 2013 merkte Eva, de echtgenote van Dirk, op dat er iets aan de hand was met een moedervlek op de rug van haar man: ze was iets groter en donkerder geworden. Ze zei er niets van tegen Dirk.

Tijdens een controle bij de arbeidsgeneesheer in februari 2013 zegt deze dat er een plekje is op Dirks rug waar hij moet naar laten kijken. Het moet opgevolgd worden omdat het er “verdacht” uitziet.

In april 2013 wordt Dirk ziek en komt de huisarts langs. Ook hij merkt de plek op en nog een tweede, kleinere. Hij bevestigt dat dit er niet goed uitziet en dat die plek verwijderd moet worden. Hij raadt aan niet lang te wachten.

Dirk laat z’n rug zien aan Ann en Nadine, beiden huisarts, en die bevestigen wat Dirks huisarts al zei. Het plekje was ondertussen gegroeid tot een gezwelletje.

Dirk zelf verwachtte en geloofde dat God het op één of andere wijze zou verwijderen en wou nog wachten. Ondertussen bad hij ervoor. Toen er niks gebeurde maar het gezwel bleef groeien, maakte Dirk met God de afspraak dat hij het zou laten verwijderen als het niet weg was na de Vaderhartschool in juli.

Op de Vaderhartschool kreeg Dirk hele zware evenwichtsstoornissen. Hij kon amper uit zijn bed, was erg misselijk en tot niks meer in staat. Zo ging hij naar huis en werd werkongeschikt…vele maanden had hij hier erg veel last van. Hij zag het dan ook helemaal niet zitten om in die tijd ook nog naar een dokter te gaan voor het gezwel op zijn rug…dus het gezwel bleef groeien.

In november was het zo groot als een dikke knikker: een diameter van 3 à 4 cm…Dirk kon bijna niet meer op z’n rug liggen. Hij probeerde herhaaldelijk een afspraak vast te krijgen bij een dermatoloog in de buurt, maar dit lukte niet.
Toen hoorde hij een vriend die ook naar de dermatoloog zou gaan op een vrij spreekuur en besloot met hem mee te gaan. Zo kwam hij op vrijdag 29 november om 9.00 uur op haar spreekuur. Zij besliste dat het gezwel er onmiddellijk uit moest en dat gebeurde diezelfde middag.

Vrijdag 13 december moesten de draadjes verwijderd worden. Onder het motto van “geen nieuws is goed nieuws” gingen Dirk en Eva dus op controle. Dat bleek niet te kloppen! De dermatoloog vertelde dat Dirk twee melanomen (kwaadaardige huidgezwellen) had van een totaal verschillende aard: één vrij oppervlakkig en dat was traag groeiend, het andere een duidelijk nodulair erg snelgroeiend melanoom.
Zulke melanomen hebben vaak een slechte prognose. Ze was ook erg ongerust over het feit dat het gezwel op één jaar tijd zo gegroeid was. Hij werd met spoed doorgestuurd naar de dienst dermatologie van Leuven.

Zondag 15 december werd er met de ganse kerk gebeden voor Dirk, Eva en de kinderen en werd Dirk gezalfd tot genezing. Het was een erg speciaal moment voor iedereen!

Maandag 16 december gingen Dirk en Eva op consultatie in het Sint-Raphaël ziekenhuis. Daar hoorden Dirk en Eva nog eens dat het grote melanoom erg kwaadaardig was en dat er mogelijk uitzaaiingen zouden zijn. Om dit na te kijken moesten er een aantal onderzoeken gebeuren. De beide melanomen moesten ook breder uitgesneden worden en er zouden één of twee lymfeklieren weggenomen worden. Het was allemaal heel dringend. Ze zeiden dat hij voor 1 januari geopereerd moest worden.

Dezelfde week onderging Dirk een aantal onderzoeken die doorgestuurd werden naar Gasthuisberg, waar hij geopereerd zou worden. En dan was het wachten op een telefoontje…en dat wachten duurde lang! Toch waren Dirk en Eva volkomen in de rust en sliepen ze de hele tijd heel goed. Ze vierden Kerst met de ganse kerk en nieuwjaar met de familie en genoten daar erg van!

Toen Dirk op 8 januari nog niks gehoord had, belde hij zelf naar het ziekenhuis.
Hij kreeg te horen dat hij nog altijd op de wachtlijst stond en dat ze hem nu spoedig zouden contacteren. Vrijdag 10 januari kreeg hij een telefoontje dat hij donderdag 16 januari zou opgenomen worden. Eerst zou hij nog een bijkomend onderzoek krijgen, op 17 januari zou de operatie doorgaan.

Het bijkomende onderzoek gebeurde uiteindelijk op de ochtend van 17 januari en om 10.15 uur gebeurde de operatie. De tumoren werden breder uitgesneden en er werden twee lymfeklieren weggnomen onder Dirks linker oksel.

Maandag 3 februari moesten ze voor de uitslag terug naar St. Raphaël. “U komt voor de draadjes en voor de uitslag” zei de dermatoloog…”wel, ik heb heel goed nieuws: we hebben geen spoor van kanker meer gevonden, in het weefsel dat extra werd weggenomen, noch in de lymfeklieren!”. Uiteraard waren Dirk en Eva erg opgelucht door deze boodschap…en wij allemaal met hen! Dirk moet nog verder opgevolgd worden maar gelooft dat Zijn hemelse Papa ook de komende maanden en jaren voor hem zal zorgen! Dank U Vader voor zo’n prachtig resultaat. U richt voor ons een dis aan voor de ogen van wie ons benauwen!!!

God is met mij, ik zal niet vrezen

Op een zondag in november had ik na de dienst nog even een kort gesprekje met Dora, die ondertussen alweer een paar jaar af en toe naar onze kerk komt. Ik vroeg haar of zij de chauffeur was die morgen. Ze bevestigde dit en mailde me na dit gesprek volgend getuigenis:

“ Twee jaar geleden had ik niet gedacht ooit nog met de wagen te kunnen of durven rijden. Nu rijd ik toch terug overal heen. Je weet dat ik altijd maar op het laatste moment weet of ik de auto heb op zondag. Toen ik vorige week op de website van Gods Ambassade keek waar jullie ergens zaten, was ik dan ook erg teleurgesteld toen bleek dat jullie in Sint-Maartensberg zouden samenkomen. Ik heb in het verleden nog al gelegenheden laten voorbijgaan omdat ik de weg daarheen niet kende. Maar nu wou Lieve graag meegaan, zij was daar al wel geweest en er was natuurlijk ook nog de gps! Ik weet dat ik ook gewoon op Jezus moet durven vertrouwen in zo’n dingen. Het is, zoals je mij geleerd hebt, belangrijk om mijn ogen op Hem gericht te houden, om het te kunnen zien en Zijn beschermende aanwezigheid in zoveel dingen te kunnen voelen. Voor mij is het feit dat ik erheen gereden ben met Lieve een geweldige overwinning!”

En Dora vertelde me nog één van haar overwinningen met Jezus:

“ Vorige week donderdag stond ik op het perron te wachten op de trein naar Gent. Ik ontving op mijn gsm een sms van mijn collega. Ze was met keelpijn opgestaan en verontschuldigde zich voor de vergadering waar we samen heen zouden gaan. Wij hadden een hele reeks technische bemerkingen bij de ontwikkeling van een nieuwe applicatie voor één van onze opleidingen te bespreken en ook een aantal afspraken moesten opnieuw onderhandeld worden met de ontwikkelaar. Dat zou geen gemakkelijke bespreking worden.

Onmiddellijk sloeg ik in paniek, dit kon ik nooit alleen! Ik had zin om terug naar huis te gaan en de vergadering alsnog te annuleren. Maar dit was niet echt een optie, de applicatie moest begin januari operationeel zijn, uitstel was dus geen goed idee. Op de trein begon ik mijn notities nog eens door te nemen maar ik werd er alleen maar onrustiger van. Eens we Brussel voorbij waren, liep de trein zo goed als leeg. Ik stelde me de vraag waar die angst toch vandaan kwam. Wat had ik de voorbije vier jaar nu eigenlijk geleerd? Even plots schoot mij de tekst van een lied van Inger te binnen: “De Heer is mijn Licht, mijn Burcht en mijn Redder. Voor wie zou ik vrezen? Ik zal niet meer vrezen!” De tekst ging steeds luider klinken in mij.

In de late namiddag zat ik terug thuis nog het verslag van de vergadering te maken toen plots in mijn mailbox een e-mail binnenliep van de ontwikkelaar om mij nog eens speciaal te bedanken voor de productieve vergadering van de voormiddag. Dat deed plezier en bevestigde dat de vergadering inderdaad vruchtbaar was verlopen.

Dank u Jezus dat U altijd bij me bent. Ik zal niet meer vrezen. Dank u Vader, u laat mij nooit in de steek!”

God is er altijd

Op 4 September 2011 nam Liesbeth me voor de eerste keer mee naar de kerk. Alles was vreemd en totaal nieuw voor mij. Ik was opgevoed zonder God of kerk. Toen de preek begon kreeg ik een zakdoek in mijn handen geduwd…ik heb heel wat tranen gelaten en vroeg me af hoe het kon dat wat er gebracht werd precies op mij van toepassing was…alsof ze daar alles van mij wisten! Dat gevoel heb ik sindsdien nog vaak gehad!

Sedert die dag ging het in een snel tempo: elke zondag naar de dienst, basisbijbelstudie gevolgd op 5 vrijdagen en op 6 november heb ik me laten dopen.

Mijn leven liep niet altijd over rozen maar als ik nu terug kijk weet ik dat God er altijd was en dat Hij mijn leven vaak beschermd heeft! Als klein kind sloeg mijn vader al op mij in alsof ik een misdadiger was. Ik kwam bijvoorbeeld 5 minuten te laat thuis voor het eten en hoorde aan zijn stem wat er mij te wachten stond. Voor ik op de koer was, had hij mij al vast en begon me overal te slaan. Natuurlijk schreeuwde ik het uit van de pijn, zo erg dat zelfs de buren op straat kwamen. Onze buurjongen waarmee ik gespeeld had haalde zijn vader erbij en hij kwam tussenbeide…Hij sleurde mijn vader van mij weg en riep “zijt ge nog normaal, seffens slaagt ge dat kind dood!”. Ik kreeg heel regelmatig slaag van mijn vader. Soms werd ik thuis gehouden omdat ik bont en blauw geslagen was. Ik was dan zogezegd ziek en kreeg soms ook de ganse dag geen eten. Vriendjes namen mij regelmatig mee om te spelen. Zij wisten dat ik een zwaar leven had… maar voor mij was dat “normaal”.

We gingen voetballen, crossen met de fiets (we hadden van 3 fietsen 1 gemaakt), hutten bouwen, bomen klimmen en nog veel meer maar nooit bij ons thuis. Als er iets mis ging, was ik altijd degene die het gedaan had volgens mijn vader, dus kreeg ik steevast slaag. Ooit kwam mij vader mij zoeken in het bos met de fiets. Ik moest maken dat ik thuis was…Als 7 jarige rende ik zo hard naar huis dat mijn vader mij niet kon volgen met zijn fiets. Hij werd toen razend…de portie slaag bleef 2 dagen nazinderen en ik bleef een week thuis van school maar IK LEEF NOG!

In 1982 ben ik getrouwd om van huis weg te zijn…alles was beter dan dat, dacht ik maar dat was verkeerd gedacht! Liegen, stelen en bedriegen vierden hoogtij. Ik dacht dat het wel beter zou gaan maar het werd erger.. Ze heeft zelfs een paar keer geprobeerd mij te vergiftigen via mijn eten…maar IK LEEF NOG!

In 1988 stierf onze zoon Davy aan wiegendood. Ik werd door mijn vrouw beschuldigd van moord op onze zoon…ik zou een kussen op zijn hoofdje hebben gelegd en hem doen stikken. Mijn stoppen sloegen door maar eerst heb ik alles nog geregeld: ik haalde Davy uit zijn bedje, waste hem, trok hem propere kleren aan en bracht hem naar de begrafenisondernemer. De diagnose van wiegendood werd bevestigd door een arts. Twee weken na de begrafenis stortte ik in elkaar. Ik nam een wapen mee en liep naar het bos om er een einde aan te maken. Ik zei tegen Davy dat ik met hem mee kwam en hield het wapen tegen mijn slaap…toen hoorde ik luid roepen “Vicky, hier!”…het was de hond van onze buren die naar mij kwam gelopen…ik schrok zo hard dat ik ben beginnen lopen tot op het kerkhof… zes kilometer tot aan Davy’s graf, waar ze mij uren laten vonden…maar IK LEEF NOG!

In 1998 ging ik tegen 120 km per uur over kop op de autosnelweg met mijn eerste pick-up, zonder gordels (ik had er geen). Ik werkte als onderhoudsman bij een boer met 7500 vetbeesten. Op een zonnige dag reed ik naar huis toen plots mijn achteras blokkeerde: geen remmen en geen sturing meer, mijn pick-up sloeg tegen de vangrails en werd in de lucht gekatapulteerd. De auto draaide 1 maal om zijn lengte as en 3 maal om zijn breedte as, sloeg terug op het wegdek en rolde nog een paar keer rond – zoals in de film – en kwam terug op zijn wielen terecht. Ik trapte de voorruit uit en begon het verkeer te regelen tot de ambulance en rijkswacht er waren. Die vroegen aan mij of ik de bestuurder van dat voertuig gezien had…IK LEEF NOG!

Op 7 September 1999 kreeg ik een arbeidsongeval. Ik zei de dag ervoor nog tegen mijn (tweede) vrouw dat ik moest opletten omdat ik gevaarlijk werk deed… Er brak een betonnen wand af van 2500 kg en daar kwam ik onder te liggen. Het duurde een kwartier voor ze me vrij hadden…ik heb de hele tijd instructies gegeven om mezelf te redden. Er was weinig aan mij te zien…ik werd naar het ziekenhuis gebracht, er werden foto’s genomen: een drievoudige bekkenbreuk een barst in mijn heupkam, mijn urinebuis was 3 cm gescheurd. Ik lag 3 weken in het ziekenhuis zat 3 maanden in een rolstoel en moest heel lang revalideren. Ik werd afgekeurd voor de arbeidsmarkt …MAAR NIET VOOR GOD!

Nu heb ik een Vader gevonden die mij niet straft maar van mij houdt! In 2012 heb ik de Vaderhartschool gevolgd…ook daar heb ik heel wat genezing ontvangen! Ik groei nog elke dag en voel mezelf als een student die nu gratis naar de universiteit gaat…de universiteit van God en ik geniet er met volle teugen van!

Goddellijke bescherming

Mirjam vertelt:

“Ludwina past nogal eens op onze kinderen. Met haar 73 jaren is ze daar nog steeds heel capabel voor. Haar ingrediënten zijn: elke stap zetten met Papa en je in de kinderwereld inleven en meedoen. Wij zijn erg blij met haar als oppasoma! Niet alles verloopt altijd zoals wij of de kinderen gewend zijn, maar het komt altijd goed, omdat Ludwina alles met haar hemelse Vader doet.

Onlangs paste Ludwina op Joël, onze zoon van 15 maanden. Hij was lekker aan het spelen in de keuken en zij was even in de kamer om iets te doen. Op een

gegeven moment hoorde ze een alarmerend geluid uit de keuken komen. Ze schrok enorm toen ze in de keuken kwam. Joël zat te midden van de glasscherven van een gebroken glas dat hij had weten te vinden. In zijn hand had hij de bodem van het glas met een aantal scherpe punten erop. Hij had duidelijk plezier in het spel en wilde Ludwina daarin graag laten delen. Hij gaf dan ook heel gedwee het glas af toen Ludwina het vroeg. Ze plukte hem uit de keuken en verwijderde de glassplinters aan hem. Ze controleerde hem van kop tot teen maar er was geen schrammetje te vinden… als dat geen bescherming is! Dank U Vader!”

Extra weerstand nodig voor de wintermaanden?

BID JE IMMUUNSYSTEEM STERKTE TOE!

1 Cor. 14:4 zegt:

Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf…

BID JE IMMUUNSYSTEEM STERKTE TOE!

 

1 Cor. 14:4 zegt:

Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf…

Jezelf stichten wil zeggen dat je jezelf opbouwt…je kan jezelf dus opbouwen door te bidden in tongen. Heel veel christenen denken dat dit enkel geldt voor geestelijke opbouw, maar de Bijbel zegt niet dat we ons daarmee “geestelijk stichten”, er staat gewoon “stichten”. Hersenspecialisten aan de Oral Roberts universiteit hebben door wetenschappelijk onderzoek achterhaald dat wanneer iemand in tongen bidt, zijn hersenen twee stoffen afscheiden die het immuunsysteem 35 à 40% opbouwen! Erg boeiend is dat deze stoffen afgescheiden worden door een deel van de hersenen dat geen andere functie schijnt te hebben. Dit deel wordt dus enkel geactiveerd als we in tongen bidden.

Als je je weerstand wil verhogen, weet je wat je te doen staat…

Leren luisteren naar Vaders stem

HOE BELANGRIJK HET IS NAAR VADERS STEM TE LEREN LUISTEREN EN HEM TE GEHOORZAMEN!
Donderdag 15 maart zou Theo een flinke fietstocht van een 60-tal kilometers ondernemen. Theo doet dat, ook al is hij bijna 80 jaar, wel vaker.

Donderdagochtend, toen hij nog in bed lag, was hij aan het bidden. Plots zag hij heel duidelijk een beeld voor zich van zijn witte fiets. Theo wist meteen dat God hem duidelijk wou maken dat hij z’n witte fiets moest nemen die dag, wat hij normaal niet zou doen. In z’n witte fiets zitten z’n voeten vaster in de pedalen, wat maakt dat hij moeilijker los geraakt  als hij ergens moet stoppen. Bij z’n andere fiets gaat dat veel makkelijker, die is dus in principe veel veiliger en bovendien rijdt die ook veel makkelijker. Toch besloot Theo meteen dat hij zou doen wat de Vader hem zei, ook al begreep hij helemaal niet waarom.

Hij vertrok die namiddag dus met zijn witte fiets. Theo heeft een horloge waarop ook z’n polsslag gemeten wordt. Als hij op de fiets zit, draag hij in dit seizoen lange mouwen en handschoenen. Dit maakt dat hij z’n horloge niet vlot kan zien. Op z’n witte fiets staat er een kastje waar hij z’n horloge in kan vastmaken op z’n stuur zodat hij z’n polsslag heel makkelijk kan volgen.
Theo vertrok thuis met een hartslag van 60 à 70. Dat is voor hem al aan de hoge kant, maar als het koud is, gebeurt het wel vaker dat hij rond deze waarde hangt. Hij reed al snel 23 km per uur, z’n polsslag steeg tot 80. Net voor de Nete zag hij plots dat z’n pols gestegen was tot 184. Theo had dit helemaal niet gevoeld! Hij stopte en rustte wat uit. Na een paar minuten daalde z’n polsslag terug tot 86.

Theo reed weer een eindje verder maar op een lagere versnelling en dat ging goed. Toen hij z’n versnelling iets optrok,  zag hij dat z’n polsslag weer steeg tot 180. Ook deze keer voelde hij niets en werd z’n pols  terug normaal na een tijdje rust. Toen dit scenario zich nog een paar keer herhaalde, besloot Theo terug naar huis te rijden.
Waarom moest hij nu met de witte fiets vertrekken? Heel eenvoudig, bij deze fiets zag hij z’n polshorloge continu voor zich en kon hij zien dat z’n pols hoog opliep. Hij voelde er niks van, maar zag het wel en stopte met de inspanning. Met z’n andere fiets, zou hij z’n polshorloge niet gezien hebben en dus niet gestopt zijn met fietsen…wie weet wat er dan zou gebeurd zijn…
Dank U Vader voor Uw bescherming!

Populaire berichten